Ontginning
Aan de Slagenweg (een zandweg) stonden boerderijtjes die allemaal een strook land ter ontgi…
Ontginning
Aan de Slagenweg (een zandweg) stonden boerderijtjes die allemaal een strook land ter ontginning bezaten; langgerekte stukken heide en veen die slagen werden genoemd. Die stroken liepen bijna door tot Alteveer. Er was veel armoede en het was hard werken. In het uitgestrekte natte heidegebied liep aanvankelijk maar één klein stroompje, de Egge. In de heide werden afwateringskanaaltjes gegraven die het gebied droger moesten maken. In de 50er jaren waren hier veel werklozen aan het werk. Dit werd georganiseerd door de DUW (Dienst uitvoering werklozen). Het maakte niet uit of je gestudeerd had of niet, wanneer je werkloos was, werd je hier ingezet: schop in de hand en de hele dag spitten. De heide moest worden afgegraven om het te egaliseren. Het hoogveen dat hier en daar aanwezig was, werd afgegraven en gedroogd. Maar het was geen beste turf, daarvoor was de laag te dun. Het werd alleen gebruikt als aanmaakturf. De veengaten werden verder uitgebaggerd en de turf werd gestampt en de blubber werd er af geschept. Daarna werd de rest gestoken en gedroogd. Dat leverde de kleine harde Drentse turfjes op.
Landbouw en veeteelt
De ontgonnen gebieden werden gebruikt als weidegebied voor koeien. Hier en daar werden ook wel gebiedjes gebruikt voor akkerbouw. Er werd vooral rogge verbouwd. Dat kan het beste groeien op armere grond. De rogge werd gebruikt voor brood en als veevoer. Ook werd wel wat haver verbouwd voor de paarden. Er was weinig mechanisatie. Alles gebeurde met handkracht of met paarden. Bij ieder boerderijtje was een “hof”. Daarin werden groenten en aardappelen voor eigen gebruik verbouwd. Voor de hof werd meestal goed gezorgd.
Natuur
Er zijn nog steeds restanten over van het oorspronkelijk veengebied. Die zijn wel droger doordat het grondwaterpeil aanzienlijk verlaagd is, maar die onaangetaste gebiedjes zijn nog te vinden achter de weg die nu de Egge heet. Doordat het gebied zo ontoegankelijk was, was er veel natuur met veel bijzondere dieren en planten. Door de toename van kleinschalig gebruik werd het landschap eigenlijk nog afwisselender en rijker aan soorten. Hazen en konijnen zag je overal. Vossen waren er ook, maar die werden druk bejaagd. Reeën waren er wel, maar waren vaak onzichtbaar. Patrijzen kwamen veelvuldig voor. Veldleeuweriken vulden de lucht met hun gezang en zelfs kwamen er in dit gebied tot in de 60’er jaren Korhoenders voor. De manier van landbouw leverde roggemijten op, waar allerlei dieren hun graantje konden meepikken. Pas na de grote veranderingen in de 70’er jaren van toename van mechanisatie en het gebruik van kunstmest en allerlei pesticiden, is de natuur hard achteruit gegaan.
Ontsluiting
Waar vroeger de Slagenweg liep, ligt nu de N48. De klinkerweg aan de oostkant er naast is als toegangsweg voor de boerderijen aangelegd in diezelfde tijd (begin 60’er jaren). Tot voor kort kon je nog wel de buren aan de overkant van de Slagenweg bezoeken door de N48 over te steken. Met de jongste veranderingen en de toename van de drukte, is dat nu bijna onmogelijk geworden en moet je een paar kilometer omrijden hiervoor.