De Maatschappij van Weldadigheid voerde een vooruitstrevend beleid op onderwijsgebied. In
haar ogen was onderwijs een belangrijk middel om de kolonisten te ‘verheffen’. Zo voerde ze al
in 1818 de leerplicht in, terwijl dit pas ruim tachtig jaar daarna in heel Nederland gebeurde.
Echt revolutionair waren de opvattingen van de Maatschappij over het onderwijs overigens
niet. Zo stond in haar jaarverslag over 1825 en 1826 te lezen:
‘Het kind wordt ter school gezonden en onderwezen in datgene wat de landelijkestand weten moet om gelukkig te zijn.’
In 1826 w…
De Maatschappij van Weldadigheid voerde een vooruitstrevend beleid op onderwijsgebied. In
haar ogen was onderwijs een belangrijk middel om de kolonisten te ‘verheffen’. Zo voerde ze al
in 1818 de leerplicht in, terwijl dit pas ruim tachtig jaar daarna in heel Nederland gebeurde.
Echt revolutionair waren de opvattingen van de Maatschappij over het onderwijs overigens
niet. Zo stond in haar jaarverslag over 1825 en 1826 te lezen:
‘Het kind wordt ter school gezonden en onderwezen in datgene wat de landelijkestand weten moet om gelukkig te zijn.’
In 1826 werd besloten dat ook Kolonie VII een eigen schooltje kreeg vanwege de grote afstand tot de andere scholen en de dikwijls onbegaanbare wegen. De eerste onderwijzer werd de kolonist Hendrik de Nekker. Zoals vrijwel alle onderwijzers in die tijd had meester De Nekker het vak geleerd door zijn eigen onderwijzer te helpen bij het lesgeven. Het onderwijzersberoep werd slecht betaald in die tijd en een man als De Nekker moest tot het bittere eind doorwerken omdat er geen pensioenvoorzieningen waren. Toen in 1874 het eerste schooltje vervangen werd door het huidige schoolgebouw, stond dezelfde meester De Nekker na bijna een halve eeuw nog steeds in Kolonie VII voor de klas.