Een marke is grond, vaak heide of een weiland, dat in bezit was van meerdere eigenaren. Dit kwam vooral in Oost-Nederland veel voor. Iedere eigenaar had een deel, een waardeel. Bij meningsverschillen besliste het bestuur van de marke, de ‘boermarke’. Eind negentiende eeuw zijn de marken opgeheven. De waardelen werden opgemeten en aan de eigenaren gegeven.
De landmeter, toen nog iemand met veel macht, verdeelde het land op eigen gezag tussen de, toen al bestaande, zeven marken: Westdorp, Ees, Odoorn, Sleen, Zweeloo, Westerbork en Rolde. En zo is het altijd gebleven.