De havezate Dunningen is een van de meest mysterieuze in Drenthe. Bijzonder aan de geschiedenis van Dunningen zijn de talrijke verplaatsingen van de hofstede. Over de ouderdom van de bijbehorende buurtschap is weinig met zekerheid te zeggen.
De Dunninger es ligt op een grote hoge zandkop langs de…
De havezate Dunningen is een van de meest mysterieuze in Drenthe. Bijzonder aan de geschiedenis van Dunningen zijn de talrijke verplaatsingen van de hofstede. Over de ouderdom van de bijbehorende buurtschap is weinig met zekerheid te zeggen.
De Dunninger es ligt op een grote hoge zandkop langs de Reest, wat wijst op zeer oude landbouwgrond. Hier lag een perceel dat "Woert" heette. Deze veldnaam is kenmerkend voor esdorpen en esgehuchten die vooral in de vroege en de hoge middeleeuwen ontstonden. Dunningen maakt zodoende een goede kans om de oudste nederzetting van de latere gemeente De Wijk te zijn.
Waarschijnlijk dateert het uit de 12e eeuw. De familie Sloet is de oudst bekende bewoner van Dunningen. In 1292 wordt een Johan Sloet genoemd in een akte met betrekking tot Dickninge. Johans zoon Johan Sloet de jongere duikt in bronnen op van 1358 en was duidelijk een belangrijk man. Hij behoorde waarschijnlijk tot de top van de Drentse adel. Hij was leenman van de bisschop van Utrecht en "schildboortig", dat wil zeggen dat hij het recht had om een wapen te voeren. Hij had ook uitgebreide bezittingen in Overijssel. De naam Dunningen wordt echter pas in een gerechtelijk stuk uit 1399 genoemd.