Het Drentse Doldersummerveld is door De Vlinderstichting uitgeroepen tot vlinderreservaat. In het gebied komen zeldzame vlinders voor en de beheerder, Stichting Het Drentse landschap, houdt in het beheer nadrukkelijk rekening met de eisen die vlinders stellen.
Door het onthullen van een informatiepaneel openden mevrouw Tineke Witteveen, voorzitter overlegorgaan Drents Friese Wold en Theo Verstrael, directeur van De Vlinderstichting, het Doldersummerveld als vlinderreservaat. Het is het eerste vlinderreservaat in Nederland en De Vlinderstichting hoopt dat door dit initiatief de vlinders de extra aandacht krijgen die ze zo hard nodig hebben.
Op …
Het Drentse Doldersummerveld is door De Vlinderstichting uitgeroepen tot vlinderreservaat. In het gebied komen zeldzame vlinders voor en de beheerder, Stichting Het Drentse landschap, houdt in het beheer nadrukkelijk rekening met de eisen die vlinders stellen.
Door het onthullen van een informatiepaneel openden mevrouw Tineke Witteveen, voorzitter overlegorgaan Drents Friese Wold en Theo Verstrael, directeur van De Vlinderstichting, het Doldersummerveld als vlinderreservaat. Het is het eerste vlinderreservaat in Nederland en De Vlinderstichting hoopt dat door dit initiatief de vlinders de extra aandacht krijgen die ze zo hard nodig hebben.
Op zaterdag 28 augustus werd het reservaat officieel geopend. Een kleine veertig genodigden maakten de officiële handeling mee in het bezoekerscentrum in Doldersum. Vervolgens werd snel het terrein in te gaan om met eigen ogen te zien waarom het gebied deze status heeft gekregen. Gelukkig was het zonnig en wachtte de regen tot de bezoekers binnen waren. De wandelroute, die door het terrein loopt is gelopen, waarbij onder andere hooibeestje, landkaartje en bont zandoogje werden aangetroffen. De bedreigde soorten die er ook voorkomen lieten zich niet zien.
Het Doldersummerveld bestaat voor een groot deel uit natte heide, het ideale leefgebied voor heideblauwtje en gentiaanblauwtje. Deze soort is bedreigd in Nederland en heeft een zeer bijzondere leefwijze. De rupsen eten eerst van het vruchtbeginsel van klokjesgentiaan, een plant die zelf ook al weinig voorkomt, en worden vervolgens door steekmieren meegenomen naar een mierennest onder de grond. Nadat de rups in de winter in het mierennest heeft overleefd verpot hij daar ook. In juli kruipt de vlinder uit de pop en uit het merennest. Het Drentse Landschap is bezig om de vochtige plaatsen waar de klokjesgentianen staan en waar de steekmieren voorkomen uit te breiden zodat het gentiaanblauwtje goede overlevingskansen krijgt in het gebied.
In de komende tijd zullen nog meer vlinder- en libellenreservaten geopend worden. De reservaten zijn mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de donateurs van De Vlinderstichting en een bijdrage van het ministerie van LNV ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van De Vlinderstichting.