Tiendeveen, gelegen ten noordoosten van Hoogeveen en langs het Linthorst Homankanaal en de Drijbersche Hoofdvaart, is een veendorp in de gemeente Hoogeveen. Het wordt omringd door diverse bospercelen, vooral aan de noordkant.
De naam Tiendeveen vindt zijn oorsprong in een ruil van verp…
Tiendeveen, gelegen ten noordoosten van Hoogeveen en langs het Linthorst Homankanaal en de Drijbersche Hoofdvaart, is een veendorp in de gemeente Hoogeveen. Het wordt omringd door diverse bospercelen, vooral aan de noordkant.
De naam Tiendeveen vindt zijn oorsprong in een ruil van verplichte tienden of belasting over jongvee tussen Roelof van Echten en een stuk woeste grond van de boerschap van Wijster, Spier en Drijber. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het veen afgegraven door Jan Coenraad Rahder. Na deze ontginning transformeerde het tot een boerendorp en werd het gebruikt voor bosbouw. Later vestigden zich ook arbeiders uit Hoogeveen in het gebied.
Het bos Kremboong, gelegen ten noordwesten van de gelijknamige boerderij aan de Drijbersche Hoofdvaart, vormt een opvallend kenmerk in het noorden van Tiendeveen.
Na de aanleg van het Linthorst Homankanaal in 1926 ontstond er een dorpskern op het kruispunt met de Drijbersche Hoofdvaart. Op deze locatie werd onder andere de J.C. Rahderschool gebouwd, vernoemd naar de Amsterdamse vervener Jan Coenraad Rahder. Rahder kocht in 1853 700 hectare hoogveengebied, bekend als de Tiender- en Drieberderveenen. Hij richtte er een school op rond 1860 en de turffabriek Valkenheim (1863-1885). In eerste instantie werden de ontgonnen gronden beplant met bos, waarvan nu nog restanten te vinden zijn ten westen, noordoosten en oosten van het dorp.