6
De Brunstinger Plassen: natuur ……of cultuur?
Auteur: Nelleke Jintes
Plek in het dorpsgebied:
ten noorden van de Beilervaart, noordoostelijk van van Brunsting; ten zuiden van de Frieslandroute.
De Brunstinger Plassen is een natuurgebied. Het gebied bevindt zich tussen weilanden en akkers en is door de vele plassen, moerasachtige delen en zandhoogten maar nét ontkomen aan ontginning
Het gebied grenst aan de es van Brunsting en was in 1938 nog onderdeel van het ‘woeste’, niet ontgonnen Westerveld (ten westen van Hijken), dat ontstaan is in de ijstijd Saalien.
Verhaal
Een …
De Brunstinger Plassen: natuur ……of cultuur?
Auteur: Nelleke Jintes
Plek in het dorpsgebied:
ten noorden van de Beilervaart, noordoostelijk van van Brunsting; ten zuiden van de Frieslandroute.
De Brunstinger Plassen is een natuurgebied. Het gebied bevindt zich tussen weilanden en akkers en is door de vele plassen, moerasachtige delen en zandhoogten maar nét ontkomen aan ontginning
Het gebied grenst aan de es van Brunsting en was in 1938 nog onderdeel van het ‘woeste’, niet ontgonnen Westerveld (ten westen van Hijken), dat ontstaan is in de ijstijd Saalien.
Verhaal
Een bijzonder stukje natuur ligt in het noorden van het Beilervaart gebied. Bijzonder, omdat hier op het eerste oog de tijd stil heeft gestaan.
We zien heide, wat verspreide bomen en struiken, met aan de randen van het terrein hier en daar een bosje. Wat vooral opvalt is het geaccidenteerde terrein: er zijn heuvels van wel vier meter hoog, met struikheide en vele andere planten. In de heuveltjes vind je de ingangen van grote dassenburchten, soms bewoond door konijnen of een vos.
In het vroege voorjaar paren in de natte gedeelten de heikikkers, de mannetjes helemaal blauw. Vlinders en libellen vliegen in de zon en er zijn vogels te zien en te horen zoals ganzen, de grote lijster en soms de wielewaal.
Je kunt ’s avonds het ‘gebrul’ van rugstreeppadden horen en als je er in oktober bent, kun je de jonge padden aantreffen die vanuit het ven waar ze zijn geboren naar een overwinteringsplek verhuizen.
In kleine hoopjes opgegraven zand zitten gaatjes, waar mestkevers hun holletjes hebben gegraven. Een mestkever graaft steeds een holletje van 60 cm diep met broedkamertjes waarin ze mestbolletjes stopt voor de larven. Het volgende jaar kruipen deze naar boven als mestkever.
Puur natuur is dit landschap. Of toch meer een cultuurlandschap?
De mestkevers gebruiken mest van schapen die net als vroeger in het gebied grazen. Mensen hebben altíjd al gebruik gemaakt van natuurgebieden en hebben daarmee veranderingen in de begroeiing aangebracht. Ze hebben er zand gehaald als ze dat bij huis nodig hadden en in de 20 ste eeuw met name is veel van het ‘woeste’ land door ontginning omgezet in bruikbare landbouwgrond. De Brunstinger Plassen is daar grotendeels aan ontkomen, terwijl de omgeving veranderde in gladde graslanden en akkers. Een stuk van wat nu Brunstinger Plassen heet, is wel ontgonnen geweest, maar deze akker is bij de ruilverkaveling in de zestiger jaren van de vorige eeuw uitgeruild tegen andere stukjes land en maakt nu weer deel uit van dit natuurgebied. Het is nog herkenbaar doordat het vlakker is.
Westelijk van het natuurgebied bij het fietspad, is een dergelijk proces gaande: cultuurgrond wordt weer natuur. De vruchtbare bovenlaag van een akker is verwijderd om arme grond te creëren waarop allerlei verdwenen planten weer kunnen opkomen en insecten en kleine dieren goed kunnen leven. Door deze aanpassing wordt een verbindingszone gelegd tussen de Brunstinger Plassen en het Tienveen, een klein maar rijk natuurgebiedje aan de weg Vorrelveen.