Deze hoeve is gebouwd omstreeks 1900 en was bestemd voor een ‘vrijboer’ die de hoeve pachtte van de Maatschappij van Weldadigheid. Vrijboeren waren kolonisten die door hun gedrag het volle vertrouwen van de Maatschappij kregen. Omdat ze het hele jaar rond konden komen van eigen inkomsten en ze stipt voldeden aan de financiële verplichtingen kregen ze deze mogelijkheid. Ze bleven onder toezicht van de wijkmeester.