Vanaf de vroege middeleeuwen tot in de 18e eeuw volgden karren en koetsen een vaste route dwars door het veen, over het hoger gelegen Doldersummerveld. Het uitgesleten spoor van wielen werd steeds breder en dieper. Nog steeds is de route zichtbaar als een lange laagte in het veld. Een kunstwerk van wielen markeert het spoor.