Tussen 1818 en 1824 kocht de Maatschappij van Weldadigheid meer dan 2500 hectare veen en heideveld bij het gehucht Veenhuizen in de toenmalige gemeente Norg. Het gebied lag tussen het Fochteloërveen en het beekdal van
De Slokkert. Daar werden in korte tijd drie gestichten gebouwd. De Kolonievaart was van groot belang voor de aanvoer van bouw-materiaal.