Kolonisten die de kolonie ontvluchtten, vestigden zich vaak in zeer armoedige huttendorpen in de veengebieden en heidevelden rondom de koloniedorpen. Zoals in de uitgestrekte woeste gronden van het Vledderveen. Konden ze in één nacht tijd een plaggenhut bouwen, waarbij rook uit de schoorsteen kwam, dan mochten ze volgens gewoonterecht daar blijven wonen. Ze verdienden met name de kost met het vlechten van manden van biezen of wilg.
Rondom de vrije landbouwk…
Kolonisten die de kolonie ontvluchtten, vestigden zich vaak in zeer armoedige huttendorpen in de veengebieden en heidevelden rondom de koloniedorpen. Zoals in de uitgestrekte woeste gronden van het Vledderveen. Konden ze in één nacht tijd een plaggenhut bouwen, waarbij rook uit de schoorsteen kwam, dan mochten ze volgens gewoonterecht daar blijven wonen. Ze verdienden met name de kost met het vlechten van manden van biezen of wilg.
Rondom de vrije landbouwkoloniën van de Maatschappij van Weldadigheid ontstonden huttendorpen zoals in Vledderveen, het Oosterse- en het Westerse veld bij Noordwolde-zuid, de Marijenkampen bij Willemsoord en het Nijensleker veld bij Frederiksoord en Wilhelminaoord. Nog tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw waren er dit soort onderkomens in de velden bij Noordwolde. Ondanks de armoede moest de gemeente moeite doen om de bewoners van deze velden over te halen om zich te vestigen in de sociale woningbouw in Noordwolde.
In Noordwolde is uit de vlechtwerkzaamheden van de desperadokolonisten al voor 1900 een enorme rietvlecht industrie ontstaan. De landelijke overheid heeft na aandringen van de gemeente toen besloten om in Noordwolde een Rijks Rietvlechtschool te financieren. Deze is naar een ontwerp van J.A.W. Vrijman gebouwd in 1910-1911. Op deze school bereikte het ambacht van vlechten een kunstzinnig niveau. Het Nationale Rietvlechtmuseum (Weldadig Oord) is een aanrader. Het is gevestigd in de oude Rietvlechtschool.