De boswachterij Dwingeloo is een onderdeel van het 3692 hectare grote Nationaal Park Dwingelderveld. De kern van het Nationaal Park is natte heidegebied tussen Dwingeloo en Ruinen; het grootste van Europa. Het gebied wordt omsloten door bossen, beekdalen en esgronden. De heidevelden en bossen vormen elk ongeveer 45% van de totale oppervlakte; de restanten zijn landbouwgronden.
De belangrijkste voorwaarde voor de na…
De boswachterij Dwingeloo is een onderdeel van het 3692 hectare grote Nationaal Park Dwingelderveld. De kern van het Nationaal Park is natte heidegebied tussen Dwingeloo en Ruinen; het grootste van Europa. Het gebied wordt omsloten door bossen, beekdalen en esgronden. De heidevelden en bossen vormen elk ongeveer 45% van de totale oppervlakte; de restanten zijn landbouwgronden.
De belangrijkste voorwaarde voor de natte heide is het landbouwsysteem van voor 1900 geweest en de aanwezigheid van keileem in de bodem, afgezet in de voorlaatste IJstijd, 120.000 - 150.000 jaar geleden. Door beheer, plaggen en begrazen, blijft de heide instant. In dieper gelegen plekken zijn vennen en plassen ontstaan. Een aantal hiervan zijn zogenaamde pingoruïnes, ontstaan in de laatste IJstijd door het smelten van een ijslens in de grond, waardoor er een kom, met een walletje er omheen, ontstond.
De voedselarme heide- en veengebieden zijn rijk aan allerlei bedreigde planten, o.a. beenbreek, gevlekte orchis en klokjesgentiaan en dieren als veenbesparelmoervlinder, gentiaanblauwtje, adder, roodborsttapuit en geoorde fuut. Bijzonder zijn de jeneverbesstruwelen in het Lheebroekerzand met zijn vele paddenstoelen.
In het Dwingelderveld zijn twee schaapskuddes met herder en één samen met de runderen binnen de afrastering. De schapen zorgen er voor dat het gras niet de overhand dreigt te krijgen.