Vincent van Gogh legde op deze tekening van oktober 1883 waarschijnlijk het weidse landschap vast van de Verlengde Hoogeveensche Vaart tussen Holsloot en Nieuw-Amsterdam.
Van Gogh had eerder die maand dit landschap al gezien, toen hij met e…
Vincent van Gogh legde op deze tekening van oktober 1883 waarschijnlijk het weidse landschap vast van de Verlengde Hoogeveensche Vaart tussen Holsloot en Nieuw-Amsterdam.
Van Gogh had eerder die maand dit landschap al gezien, toen hij met een trekschuit van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam voer. De trekschuit deed zo’n zes uur over een afstand van dertig kilometer. Vincent schreef aan zijn broer Theo dat hij na een ‘eeuwig lange vaart’ tegen de avond in Nieuw-Amsterdam aankwam. Hij had aan boord zitten tekenen. We kunnen dat terugzien in de schetsen in een van zijn brieven aan Theo. Van Gogh was enthousiast over wat hij tijdens de tocht had gezien.
‘Wat zou ik willen we hier zamen konden loopen en – zamen schilderen.- Ik geloof het land U zou inpakken en overtuigen'.
Dit gebied was in 1883 nog in verschillende stadia van vervening en ontginning. Er waren nog grote stukken open heidelandschap waar schaapskudden graasden. Het landschap ziet er nu heel anders uit. Het is in cultuur gebracht en veranderd in landbouwgrond.