Beleef de magie van klassieke concerten in de Grote Kerk Emmen!
De musici van dit kwintet zijn afkomstig uit alle windstreken van de wereld. Het kwintet – vernoemd naar een kleurrijk stukje kust aan de Italiaanse Rivièra – speelt schilderachtige muziek van Schubert en Arensky. De leden van het strijkkwintet maken allen deel uit van het Noord Nederlands Orkest en bestaat uit: Sergei Bolotny en Yu Li (viool), Ulrike Adam (altviool), Noëlle Weidmann (cello) en Isabel Vaz (cello).
De Russische c…
Beleef de magie van klassieke concerten in de Grote Kerk Emmen!
De musici van dit kwintet zijn afkomstig uit alle windstreken van de wereld. Het kwintet – vernoemd naar een kleurrijk stukje kust aan de Italiaanse Rivièra – speelt schilderachtige muziek van Schubert en Arensky. De leden van het strijkkwintet maken allen deel uit van het Noord Nederlands Orkest en bestaat uit: Sergei Bolotny en Yu Li (viool), Ulrike Adam (altviool), Noëlle Weidmann (cello) en Isabel Vaz (cello).
De Russische componist Anton Arensky was leerling van Rimsky-Korsakov. Hij was docent aan het conservatorium van Moskou en gaf daar onder meer les aan Skriabin en Rachmaninov. Het strijkkwartet in a-klein van de Russische componist Anton Arensky was een schot in de roos in het oeuvre van de componist, van wie nu nog maar weinig uitgevoerd wordt. Het strijkkwartet is een romantisch en meeslepend werk waarin met name de prachtige melodieën en typisch Russische hartstocht ons raken. Van het privéleven van Arensky is weinig bekend; hij zag nauwelijks vrienden en was verslaafd aan drank en gokken. Het heeft hem niet belet dit prachtige en bijzondere strijkkwartet te componeren.
Franz Schubert werd geboren in een gezin met 19 kinderen. Al op achtjarige leeftijd startte hij met vioolles. Ook werd hij aangenomen als “Sängerknabe” bij de academie, waar hij de harmonieleer van Salieri leerde. Schubert schreef 988 werken, waarvan 567 liederen, 15 strijkkwartetten en 2 strijktrio’s.
Het Strijkkwintet in C-majeur (D 956, opus postuum 163) van Franz Schubert is een kamermuziekwerk dat de componist schreef in de zomer van 1828, twee maanden voor zijn dood. Het is Schuberts laatste instrumentale werk. Dit kwintet beleefde zijn première op 17 november1850 in de Musikverein in Wenen en werd gepubliceerd in 1853.
Dit werk is het enige strijkkwintet in de omvangrijke serie kamermuziekwerken van Schubert. Het valt op door zijn wat onconventionele bezetting: 2 violen, altviool en 2 cello’s (terwijl gebruikelijker was, bijvoorbeeld in strijkkwintetten van Mozart: 2 violen, 2 altviolen en cello). Door die keuze voor twee cello’s wordt de klank in de lage registers meer sonoor. Ook Luigi Boccherini schreef enig werk in deze bezetting, echter bij Schubert wordt de tweede cello meer gebruikt in de stijl van een additionele altvioollijn.
Programma