Hoe zijn die grote stenen hier eigenlijk terechtgekomen? Wie maakten de hunebedden? En waar werden ze voor gebruikt?
Lees hier het verhaal over de oudste monumenten van Nederland.
-
De voorlaatste ijstijd
200.000 jaar geleden
Zo'n 200.000 jaar geleden was Drenthe bedekt met gletsjers en ijs. Schuivend ijs uit Scandinavische gebieden bracht grote keien mee en zorgde voor hoogteverschillen zoals we nu zien op de Hondsrug.
-
Neanderthalers
40.000 jaar geleden
De eerste bewoners van ons gebied doen hun intrede: Neanderthalers. Ze waren een stuk kleiner dan wij nu zijn. Hun ledematen waren korter en ze waren enorm gespierd. Ze joegen met speren op dieren om te overleven. En stierven na ongeveer 10.000 jaar uit.
-
Rendierjagers
12.000 jaar geleden
Het einde van de laatste ijstijd brak aan en het was inmiddels warm genoeg voor bewoning. Rendierjagers trokken door het gebied en leefden in hutten. De rendieren zorgden voor voedsel, kleding en gereedschap.
-
Trechterbekervolk
5000 jaar geleden
Na de jagers-verzamelaars gingen mensen zich definitief vestigen in ons gebied. Ze gebruikten het land voor het verbouwen van voedsel. Dit waren dus de eerste boeren! Zij waren onderdeel van het Trechterbekervolk.
-
Hunebedbouwers
Deze boeren bouwden de hunebedden. Grafmonumenten, waar soms iemand in werd begraven. Ze kregen aardewerken potten met eten mee voor in het hiernamaals. Archeologen vonden ook gereedschap van vuursteen, kralen van barnsteen en trechterbekers in de hunebedden.
-
Einde hunebedbouwers
2850 v.Chr.
De hunebedden werden eigenlijk maar een hele korte periode gebouwd. Al na ongeveer 500 jaar verdwenen de Hunebedbouwers van het toneel. De hunebedden werden daarna, tot en met de Bronstijd, nog wel door latere generaties gebruikt.
-
Gebouwd door reuzen
1660
Johan Picardt is de eerste geschiedschrijver van Drenthe. Hij zocht een verklaring voor de vele oudheden, waaronder de hunebedden. Hoe werden ze toch gebouwd? Hij had maar één verklaring: door reuzen! Picardt was ook de eerste die schreef over de reuzen Ellert en Brammert.
-
Eerste onderzoek
1685
In 1685 werd voor het eerst onderzocht hoe hunebedden zijn ontstaan. Titia Brongersma (een dichteres) deed onderzoek naar wat nu hunebed D27 heet. Ze vond menselijk botten, en stelde vast dat hunebedden niet door reuzen waren gebouwd maar door mensen.
-
Handig, die keien!
1731
Er nadert een ramp voor de Kop van Noord-Holland. De houten palenrijen die de zeedijken beschermden, werden bedreigd door paalwormen. Besloten werd de dijken te versterken met natuursteen uit o.a. Drenthe. Helaas zijn er toen veel hunebedden en grote keien weggehaald.
-
Bescherming
1737 - 1870
Op 21 juli 1734 ging een resolutie van kracht waarin stond dat het verboden werd om hunebedden weg te halen. Later, in 1870, zijn alle hunebedden door het Rijk en provincies gekocht om ze te beschermen.
-
Vader van de hunebedden
20ste eeuw
Albert Egges van Giffen is een van de beroemdste archeologen van Nederland. Hij had een belangrijke rol in het onderzoek naar en de restauratie van hunebedden. Hij bedacht ook de benummering zoals we die nu kennen.
-
Laatste opgraving
1968
Hunebed D26 is het laatst opgegraven hunebed van Nederland. De dekstenen liggen nog netjes op hun plek en het is 1 van de 14 hunebedden waar nog kransstenen te vinden zijn. Bij het hunebed zijn resten van potten, gereedschap, wapens en kralen gevonden.
-
Nieuw onderzoek
2022
Er mag bij uitzondering opnieuw onderzoek worden gedaan bij hunebed D34. Een deel van de zandheuvel die ooit de grafkamer afdekte, blijkt bewaard gebleven. En er zijn scherven van een aardewerk-pot, grote stenen met kuiltjes erin en stukjes vuursteen gevonden. De resultaten van dit onderzoek worden later bekend gemaakt.
-
Vandaag de dag
Hunebedden staan meer dan ooit in de schijnwerpers. We zijn ons ervan bewust dat het unieke resten zijn die het verhaal van onze voorvaderen vertellen. Kinderen leren erover op school. En steeds meer toeristen uit binnen- en buitenland weten onze hunebedden te vinden.